Stoffen zijn aanzienlijk veranderd sinds de jaren 50 en 60 met de komst van door de mens gemaakte vezels. Tot dan toe waren de enige beschikbare vezels om stof van te maken wol, katoen, zijde en vlas (linnen). Door de mens gemaakte vezels hebben ervoor gezorgd dat mode en kledingstijlen zijn geworden tot wat ze nu zijn. Hier is wat informatie over de basisstructuren van stof, hoe ze zijn geconstrueerd en de veelgebruikte typen die tegenwoordig beschikbaar zijn.
Kleding is gemaakt van stof. Weefsel is gemaakt van vezels of filamenten, dit zijn de kleine slierten katoen en strengen polyester die aan elkaar zijn gesponnen om draad te creëren. Het verschil tussen vezels en filamenten is hun lengte, katoenvezels zijn meestal erg kort, terwijl filamenten erg lang zijn – zijde is het enige natuurlijk voorkomende filament. De lengte en breedte van vezels en filamenten is erg belangrijk bij het bepalen van de kenmerken van het stuk stof dat ze maken. Kortere vezels worden tot ‘fuzzy’ draad en garen gesponnen omdat er zoveel uiteinden uit te steken zijn en de resulterende stof lijkt ruwer en omvangrijker. Langere vezels geven een betere kwaliteit draad en resulterende stof. Filamenten moeten ook aan elkaar worden gesponnen, omdat ze op zichzelf niet veel breedteafmetingen hebben en in elkaar moeten worden gedraaid.
Weefsel wordt gemaakt van garen of draad door weven of breien. Breien is het proces waarbij veel in elkaar grijpende lussen worden gemaakt om een stuk vrij rekbare stof te maken, weven is het doorkruisen van veel draden tot een relatief sterker stuk stof en dit vereist een weefgetouw.
In een weefgetouw worden rijen verticaal gehouden draden (kettingdraden) strak getrokken zodat er een andere draad (vullingsdraad) tussen kan worden geweven. Het eenvoudigste weefsel is het platbinding waarbij de vuldraad gewoon ‘over’ ‘onder’ ‘over’ ‘onder’ elk van de kettingdraden gaat om de stof te maken.
Een ander weefsel is het keperbinding, dit zou ‘onder’ ‘onder’ ‘onder’ ‘over’, ‘onder’ ‘onder’ ‘onder’ ‘over’ één rij weven en dan bij de volgende beweging over een draad dus ‘onder’ ” onder ” over ‘,’ onder ” onder ” onder ” over ‘etc. Dit geeft een diagonaal patroon aan de stof.
Satijn is een soort weefsel dat kan worden gemaakt van vele vezels, waaronder katoen, zijde of polyester. Het weefpatroon laat veel lange stukken bovenop het weefsel achter, bijvoorbeeld onder ‘over’ ‘over’ ‘over’ ‘onder’ ‘over’ ‘over’ ‘over’ enz, dit geeft een soepeler gevoel en de lengte van de over draden geeft de glans.
Op zoek naar een nieuwe vloer? Haal kwaliteit in huis met een Quick step vloer!